Brabant in Ontwikkeling

60 B R A B A N T I N O N TW I K K E L I N G | 2 0 2 2 e opgaves zijn inderdaad groot. Net als de spanningsvelden tussen de vraag naar woningbouw, uitbreiding van bedrijventerreinen, mobiliteit, milieu en energie. De provincie streeft naar het maken van een inhaalslag op het woningtekort en wil tegelijkertijd een versnelling op gang brengen. En dat willen we doen op kwalitatieve plekken zodat bewoners en ondernemers ook kunnen rekenen op een prettige leefomgeving met voorzieningen, groen en mobiliteitsoplossingen.’ FOCUS OP MEERWAARDE VOOR INWONERS Hetzelfde geldt voor bedrijventerreinen. Deze zijn vanuit ruimtelijk of infrastructureel oogpunt lang niet allemaal geschikt voor uitbreiding of herontwikkeling voor grootschalige logistiek, een van de belangrijkste sectoren in Brabant. ‘De vraag naar ruimte voor grootschalige logistieke ontwikkelingen blijft de komende jaren groot in Brabant. Een deel daarvan zal op bestaande terreinen gerealiseerd kunnen en moeten worden, maar grootschalige ontwikkelingen op ongeschikte en ongewenste locaties willen we voorkomen. Door hier als provincie en gemeenten samen beleid op te ontwikkelen, wordt voorkomen dat de achterdeur openstaat voor ontwikkelingen die niet passen bij het huidige selectieve clusteringsbeleid. We staan alleen nog XXL-ontwikkelingen toe als de bedrijven meerwaarde bieden aan de inwoners en de economie van de provincie. Zo blijft er op de Brabantse bedrijventerreinen ook ruimte beschikbaar voor bijvoorbeeld lokaal midden- en kleinbedrijf, transitieopgaven en transformaties van de terreinen naar andere functies.’ BINNENSTEDELIJKE TRANSFORMATIES Tot 2030 moeten er -om iedereen in Brabant te kunnen voorzien van een woning- jaarlijks 12.000 woningen worden gebouwd. De provincie draagt vanuit de provinciale bestuursopdracht Terugdringen woningtekort en leegstand en participeren in transformatie bij aan deze opgave. ‘We werken nauw samen met de vijf grote steden en zeven middelgrote gemeentes aan de grote binnenstedelijke opgaven. Hiermee willen we de stad aangenamer, duurzamer, veiliger en groener maken. Dat gebeurt door te bouwen binnen de al bestaande bebouwde omgeving, het aanbrengen van nieuwe structuren in de stad en door te transformeren. En daarmee wordt onder meer ook de leegstand van veel panden aangepakt. Het enorme V&D-gebouw in Roosendaal, de twee winkelcentra in Oosterhout die met leegstand kampen, we zien dat gemeentes moeite hebben om dit soort vraagstukken op te pakken. De provincie helpt graag. Met kennis, met kunde en waar nodig ook met financieringsoplossingen.’ INZETTEN OP KETENSAMENWERKING De betrokkenheid van provincie verschilt per situatie. ‘Soms komen we er al tijdens de verkenningsfase achter dat de gemeente vraagstukken zelf kan invullen. In andere situaties is een intensievere samenwerking vereist. Neem het voormalig CSM terrein in Breda. Wij hebben dit terrein -dat inmiddels bekend staat als ’t Zoet- samen met de gemeente aangekocht. En in Uden verkennen we samen met de gemeente de kansen van een gebied dicht tegen het centrum. Daar staan meerdere panden leeg, waaronder een oud PNEM-gebouw van het rijk, waar iets mee moet. Een gebiedsregisseur -aangesteld deels met geld van provincie- voert verkennende gesprekken met alle vastgoedeigenaren om een stap verder te komen in de ontwikkeling van dit gebied. Op deze manier proberen we een extra boost te geven aan zo’n locatie en zetten we de deuren open om ook andere partijen te laten aansluiten. De keten van het bouw- en transformatieproces is zo complex, je kunt het alleen samen doen. Daarom investeren we ook volop in samenwerkingen

RkJQdWJsaXNoZXIy ODY1MjQ=